Rob Teerink (60) was Vitesse kwijt. Zijn club, zijn leven. Maar dankzij een mirakel heeft de oer-Arnhemmer zijn grote liefde terug. Dit is de dag van Rob. Voor de eerste keer terug naar GelreDome.
Dit is de dag dat ik mijn vrienden weer ga zien. In de stad. Bij mijn vaste plekje op ‘Zuid’ in het stadion. Honderd man om me heen. Ik ken ze bijna allemaal even goed.
Man, ik ben zo kwaad geweest. Op de KNVB vooral. Maar ook op supporters van andere clubs. Waarom zoveel haat? Tegen de één-na-oudste club van Nederland. Ik werd er echt niet goed van. Ja, natuurlijk weet ik wel dat Vitesse - bepaalde figuren dan - zichzelf ook kapot heeft gemaakt.
Dit is voor mij de mooiste wedstrijd van het jaar. De Airborne. En dan ook nog eens de eerste keer thuis sinds we terug zijn. Ik heb niet veel met GelreDome, dat neem ik maar op de koop toe omdat ik al zó lang supporter van Vitesse ben, maar een uitverkocht stadion is toch fantastisch!
Bij deze dag hoort ook een bezoek aan de oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek. Daar zoek ik naar het graf van soldaat James McKenzie. Ik heb ook een Airborne-shirt met zijn naam erop. Hij werd maar 30, dat is het rugnummer.
Ik heb de afgelopen maanden ’s avonds op de bank vaak gedacht: potver, al die mooie momenten. De eerste keer Europa in, begin jaren 90. Promoveren en meteen de grens over.
Monnikenhuize, dát is mijn club. Voor het eerst toen ik een jaar of 14 was. Het was voor mij heel simpel. Ik woon in Arnhem, dus ik ben voor Vitesse. Vanuit Presikhaaf, via Angerenstein door de bossen.
Vandaag beleef ik de wedstrijden wel anders dan vroeger. Toen kende ik alle opstellingen uit m’n kop. Nu ken ik amper nog een speler. Alles om de wedstrijd heen is veel belangrijker geworden.
Mooi! Wat was dit mooi. Geweldig, die sfeer in het stadion. De hele wedstrijd lang. En nog gewonnen ook. Het voelde alsof we naar de volgende ronde in Europa gingen.